Statuten

Openbaar Lichaam Eems Dollard Regio

Wijziging overeenkomstig § 21 lid 1 tweede volzin NKomZG
Status november 2022

Preambule

Overwegende dat sinds 1977 gemeenten, steden, Landkreise, kamers en andere publiekrechtelijke lichamen in de provincies Groningen en Drenthe, in de Landkreisen Aurich, Leer, Wittmund, in de zelfstandige (kreisfreie) stad Emden (Oost-Friesland) en in het Landkreis Emsland samenwerken in de Ems Dollart Region e.V., respectievelijk in de Stichting Eems Dollard Regio, afgekort EDR; gelet op de Overeenkomst tussen de deelstaat Nedersaksen, de deelstaat Noord-Rijn-Westfalen, de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen en andere autoriteiten van 23 mei 1991 (hierna te noemen Overeenkomst, GVNW p. 530/Nds. GVBl. 1992, p. 69-76); geleid door de wens van voornoemde organisaties om ook in de toekomst grensoverschrijdende samenwerking op regionaal en lokaal niveau te bevorderen en te realiseren; in het bijzonder alle maatregelen ter versteviging en ontwikkeling van de betrekkingen tussen de gebieden aan weerszijden van de grens af te stemmen alsmede passende overeenkomsten te sluiten voor de oplossing van problemen die zich op dit gebied voordoen; in het bewustzijn van de voordelen van grensoverschrijdende samenwerking en met inachtneming van de Overeenkomst, hebben bovengenoemde organisaties daarom in 1997 besloten tot het instellen van een openbaar lichaam EDR.
De basis wordt gevormd door § 7 e.v. van de Nedersaksische Wet op de gemeentelijke samenwerking (NKomZG) van 19 februari 2004 in de huidige versie.

§ 1 – Naam, zetel, rechtsvorm, territorium

(1) Het openbaar lichaam draagt de naam "Ems Dollart Region/Eems Dollard Regio" (afgekort EDR) en heeft zijn zetel in 26789 Leer (Oost-Friesland), Bergmannstraße 37. Overeenkomstig art. 3 lid 3 van het Verdrag van Anholt is op de EDR Duits recht van toepassing.
(2) De EDR is op grond van § 7 e.v. NKomZG een openbaar lichaam EDR en derhalve een publiekrechtelijk lichaam.
(3) Van de bevoegdheid om als werkgever op te treden wordt geen gebruik gemaakt.
(4) Het openbaar lichaam EDR neemt de wettelijke en contractuele verplichtingen van de in 1977 opgerichte EDR e.V. en van de Nederlandse stichting EDR over.

Het territorium omvat het gebied van de steden, gemeenten, Duitse Samtgemeinden, Landkreise, Nederlandse gemeentelijke samenwerkingsverbanden (voorheen WGR-regio's) en andere organisaties die lid zijn van de EDR.

§ 2 – Taken van het openbaar lichaam

(1) De EDR heeft tot taak de regionale grensoverschrijdende samenwerking van haar leden op de hierna te noemen gebieden te bevorderen, te ondersteunen en te coördineren:
a) bevordering van de zichtbaarheid van Europa in de regio
b) economische ontwikkeling
c) grensoverschrijdende arbeidsmarkt, scholing en onderwijs
d) cultuur en sport
e) toerisme en recreatie
f) energie, klimaatverandering en milieubescherming
g) sociale zaken
h) gezondheidszorg
i) verkeer en transport
j) ruimtelijke ordening
k) maritieme economie
l) risicobeperking, rampenbestrijding en openbare orde
m) institutionele samenwerking en "goed bestuur"
n) landbouw
(2) De EDR adviseert leden, burgers, ondernemingen, verenigingen, overheden en andere instellingen bij grensoverschrijdende activiteiten en problemen.
(3) Voor dit doel voert de EDR projecten uit, vraagt financiële middelen aan bij derden, ontvangt deze en verdeelt deze aan derden.
(4) Over de toevoeging van nieuwe takenpakketten besluit de ledenraad van de EDR met algemene stemmen in de vorm van een statutenwijziging.

§ 3 – Leden

(1) Leden zijn Duitse en Nederlandse steden, gemeenten, Duitse Samtgemeinden, Landkreise, Nederlandse gemeentelijke samenwerkingsverbanden, kamers en andere publiekrechtelijke lichamen.
(2) Andere steden, gemeenten, Duitse Samtgemeinden, Landkreise, kamers, publiekrechtelijke rechtspersonen, privaatrechtelijke rechtspersonen en andere publiekrechtelijke lichamen, waarop het Verdrag van Anholt van toepassing is, kunnen op schriftelijk verzoek en bij besluit van de ledenraad van de EDR Lid worden. Een wijziging van de statuten is in dat geval niet nodig.

De leden van de EDR dienen te worden opgenomen in het register van leden. Het register van leden wordt door de EDR bijgehouden en maakt deel uit van deze statuten.

§ 4 – Organen van het openbaar lichaam EDR

De organen van de EDR zijn:
(1) de ledenraad
(2) het bestuur
(3) de directeur

§ 5 – Taken en samenstelling van de ledenraad

(1) De ledenraad is het hoogste orgaan van de EDR.
(2) De leden en de afgevaardigde vertegenwoordigers in de ledenraad zijn verplicht tot geheimhouding met betrekking tot alle aangelegenheden, feiten en rechtsbetrekkingen, waarvan zij door hun deelneming kennis nemen, tenzij deze in een openbare vergadering zijn behandeld. leden en afgevaardigden van het openbaar lichaam mogen niet onbevoegd gebruik maken van de kennis van deze zaken noch hieromtrent in of buiten rechte zonder toestemming van het bestuur over deze zaken verklaringen afleggen. Deze geheimhoudingsverplichting blijft eveneens van kracht na beëindiging van de deelneming of na het aftreden van de afgevaardigde. Informatieverstrekking aan een orgaan van een Lid in besloten zitting is hiervan echter uitgezonderd.
(3) Ieder Lid vaardigt twee vertegenwoordigers af naar de ledenraad.
1. Bij de Nederlandse gemeenten is telkens één van de afgevaardigden lid van het College van Burgemeester en Wethouders. De tweede afgevaardigde kan vrij worden aangewezen met inachtneming van art. 13.1. WGR (Wet gemeenschappelijke regelingen).
2. Bij de Duitse steden, gemeenten, Duitse Samtgemeinden en Landkreisen is telkens één afgevaardigde een hoge bestuurlijke ambtenaar. De tweede afgevaardigde kan vrij worden aangewezen.
3. Bij de overige Nederlandse en Duitse publiekrechtelijke lichamen is één afgevaardigde de directeur of diens plaatsvervanger. De tweede vertegenwoordiger kan vrij worden aangewezen.
(4) Ieder Lid heeft één stem.
(5) De ledenraad beslist over
1. wijzigingen van de statuten
2. de keuze van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter voorzitter van de ledenraad
3. de keuze van de leden van het bestuur
4. de keuze en het ontslag van de directeur en de regeling van diens plaatsvervanger
5. toetreding en uittreding van leden
6. de instelling en werkwijze van commissies
7. de ontbinding van het openbaar lichaam EDR
8. De ledenraadsvergadering beslist voorts over alle zaken waarover volgens de bepalingen van de NKomVG de vertegenwoordiging beslist.
(6) De afgevaardigden van de leden in de ledenraad zijn verplicht om de organen die zij vertegenwoordigen te informeren over alle belangrijke zaken van de EDR en vragen te beantwoorden.
Deze informatieplicht vervullen zij mondeling of schriftelijk op de in de wet voorgeschreven wijze dan wel zoals dat ter plaatse gebruikelijk is.
Zij kunnen door het orgaan dat zij vertegenwoordigen voor het door hen in de ledenraad gevoerde beleid ter verantwoording worden geroepen en niet worden herkozen indien zij niet langer het vertrouwen van het orgaan genieten.

§ 6 – Voorzitter van de ledenraadsvergadering van de EDR

(1) De ledenraad kiest uit zijn midden voor de duur van twee jaar een vertegenwoordiger van een gemeentelijk openbaar lichaam als voorzitter van de ledenraadsvergadering alsmede een plaatsvervangend voorzitter. Indien een Nederlandse voorzitter is gekozen, wordt voor de volgende periode een Duitse voorzitter gekozen en omgekeerd. Dit geldt ook voor de plaatsvervangend voorzitter.
(2) De voorzitter van de ledenraadsvergadering nodigt de leden van de ledenraad onder toezending van de agenda schriftelijk voor de vergaderingen uit. De uitnodigingstermijn bedraagt twee weken. De voorzitter stelt de agenda in overleg met de directeur van het openbaar lichaam op; de directeur kan verlangen dat bepaalde onderwerpen op de agenda komen te staan. Tijdstip, plaats en agenda worden overeenkomstig de plaatselijke gebruiken bekendgemaakt, tenzij de vertegenwoordiging voor een niet-openbare vergadering bijeen wordt geroepen.
(3) In dringende gevallen kan de agenda bij besluit aan het begin van de vergadering worden uitgebreid; daarvoor is een tweederde meerderheid van de aanwezige leden vereist.
Onverminderd het voorgaande kan ieder lid tot en met de derde dag vóór de vergadering dringende voorstellen indienen.
(4) De voorzitter van de ledenraadsvergadering roept de ledenraad onverwijld bijeen wanneer een derde deel van de afgevaardigden in de ledenraad of van het bestuur als orgaan onder opgave van het te bespreken onderwerp de bijeenroeping van de ledenraad verlangt.
(5) De voorzitter van de ledenraadsvergadering zit de vergaderingen van de ledenraad voor en oefent het huisrecht uit.

§ 7 – Ledenraadsvergaderingen

(1) De ledenraad komt ten minste tweemaal per jaar ter vergadering bijeen.
(2) De notulen van de ledenraadsvergadering worden opgesteld in het Duits en in het Nederlands. Daarin worden de resultaten en besluiten met betrekking tot de besproken onderwerpen en de belangrijkste feiten vermeld. De notulen worden door de voorzitter van de ledenraadsvergadering ondertekend. De voorzitter kan een ander lid van het bestuur of een medewerker van de EDR als notulist aanwijzen; in dat geval worden de notulen tevens door de notulist ondertekend.
(3) Nadere details worden in het huishoudelijk reglement van de ledenraadsvergadering geregeld.

§ 8 – Besluitneming in de ledenraadsvergadering

(1) De ledenraadsvergadering is tot besluitvorming bevoegd indien, na behoorlijke bijeenroeping, meer dan de helft van de leden is vertegenwoordigd en niemand bezwaar maakt tegen de wijze van bijeenroeping van de ledenraadsvergadering. Het quorum wordt aan het begin van de vergadering vastgesteld. De ledenraadsvergadering wordt geacht een quorum te hebben zolang het tegendeel niet is vastgesteld.
(2) Besluiten kunnen ook via een schriftelijke procedure worden genomen indien niemand zich daartegen verzet en de voorwaarden van § 182 lid 1 NKomVG in acht zijn genomen; hetzelfde geldt voor vergaderingen die per videoconferentie plaats vinden.
(3) De ledenraadsvergadering neemt besluiten met gewone meerderheid van de aanwezige stemmen, tenzij de wettelijke voorschriften en deze statuten een gekwalificeerde meerderheid vereisen.
(4) De vergaderingen van de ledenraad zijn in beginsel openbaar, tenzij het openbaar belang of gerechtvaardigde individuele belangen een besloten zitting van personen uitsluiting van publiek vereisen.

§ 9 – Het bestuur

(1) De voorzitter van de ledenraadsvergadering is tevens voorzitter van het bestuur.
(2) Het bestuur bestaat uit de voorzitter van de ledenraadsvergadering als voorzitter en zijn of haar plaatsvervangend voorzitter, alsmede zeven Nederlandse en zeven Duitse leden. Van het bestuur maken in ieder geval afgevaardigden van gemeenten/steden, Samtgemeinden, Landkreise, Nederlandse gemeentelijke samenwerkingsverbanden en kamers deel uit. Het bestuur wordt voor een periode van twee jaar door de ledenraadsvergadering uit haar midden gekozen.
(3) Het bestuur en elk van zijn leden
1. verstrekt binnen vier weken schriftelijk de informatie waarom een of meer afgevaardigden in de ledenraadsvergadering hebben verzocht;
2. kan door de ledenraadsvergadering worden ontslagen indien het/zij niet langer het vertrouwen van de ledenraadsvergadering geniet/genieten.

§ 10 – Taken van het bestuur

(1) Het bestuur bestuurt de EDR in overeenstemming met de wettelijke voorschriften en de statuten, overeenkomstig de besluiten van de ledenraadsvergadering. Het is verantwoordelijk voor alle taken die overeenkomstig de wettelijke voorschriften of de statuten aan de ledenraadsvergadering of de directeur zijn voorbehouden.
(2) Het bestuur is de leidinggevende van de directeur van het openbaar lichaam en tevens de leidinggevende van de medewerkers van de EDR en tegelijk de hoogste autoriteit.
(3) De voorzitter vertegenwoordigt het openbaar lichaam. Het bestuur is verantwoordelijk voor het sluiten, wijzigen en beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de directeur van het openbaar lichaam. Hij kan de directeur van het openbaar lichaam om gegronde redenen totdat de ledenraadsvergadering een besluit over zijn ontslag heeft genomen uit zijn functie ontheffen.
(4) Het bestuur dient goedkeuring te verlenen omtrent de aanwerving, de bevordering en het ontslag van medewerkers. Bij het sluiten van overeenkomsten in de zin van § 58 lid 1 nr. 14 NKomVG met een waarde van meer dan 25.000 euro worden deze eveneens door de voorzitter of diens plaatsvervanger ondertekend.

§ 11 – Werkzaamheden van het bestuur van de EDR

(1) Het bestuur wordt indien nodig door de directeur van het openbaar lichaam bijeengeroepen. Het bestuur wordt eveneens bijeengeroepen indien 1/3 van de leden hierom verzoekt, met vermelding van het onderwerp van de bespreking.
(2) De leden van het bestuur zijn op dezelfde wijze als de leden van het openbaar lichaam en hun afgevaardigden verplicht tot geheimhouding met betrekking tot alle aangelegenheden waarvan zij in deze hoedanigheid kennis nemen en die niet in een openbare ledenraadsvergadering zijn behandeld.
(3) Het quorum is bereikt wanneer de meerderheid van de bestuursleden aanwezig is. Tenzij de wettelijke regelingen of de statuten anders bepalen, worden de besluiten van het bestuur genomen bij gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen. De stemming is openbaar, tenzij er om een geheime stemming wordt verzocht. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
(4) De vergaderingen van het bestuur zijn niet openbaar. Alle afgevaardigden van de leden in de ledenraad mogen de vergaderingen van het bestuur als toehoorders bijwonen. Hiervoor is § 41 NKomVG van overeenkomstige toepassing.
(5) Onder de voorwaarden van § 182 lid 1 NKomVG eerste volzin kunnen besluiten ook via een schriftelijke procedure worden genomen, indien geen enkel lid zich daartegen verzet; hetzelfde geldt voor vergaderingen die per videoconferentie worden gehouden.
(6) De vergaderingen van het bestuur worden genotuleerd in het Duits en in het Nederlands. Daarin dienen de resultaten en besluiten met betrekking tot de besproken onderwerpen en de belangrijkste feiten te worden vermeld. De notulen dienen te worden ondertekend door de notulist en de bestuursvoorzitter of zijn vertegenwoordiger.

§ 12 – Directeur

(1) De directeur van het openbaar lichaam wordt door de ledenraadsvergadering gekozen. De directeur van het openbaar lichaam neemt deel aan de ledenraadsvergaderingen en heeft een raadgevende stem; hij/zij mag geen stemgerechtigd lid van de ledenraadsvergadering zijn.
(2) De directeur heeft een voltijdsfunctie. Hij/Zij voert de dagelijkse bestuurstaken uit.
(3) De directeur vertegenwoordigt de EDR in en buiten rechte. Verklaringen die het openbaar lichaam EDR binden en geen betrekking hebben op het dagelijks bestuur en niet door een rechtbank of een notaris zijn gewaarmerkt, dienen om effectief te zijn schriftelijk te worden vastgelegd en ondertekend door de directeur van het openbaar lichaam en de voorzitter van het bestuur of, indien deze verhinderd is, door zijn/haar plaatsvervanger en een ander bestuurslid.
(4) De directeur van het openbaar lichaam is met name verantwoordelijk voor:
1. de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de ledenraadsvergadering en het bestuur
2. het opmaken van de begroting en van de jaarrekening
3. het sluiten van overeenkomsten in de zin van § 58 lid 1 nr. 14 NKomVG met een nettowaarde tot 25.000 euro
4. het informeren van de voorzitter en de ledenraadsvergadering over belangrijke aangelegenheden van het openbaar lichaam EDR
5. het uitvoeren van de richtlijnen van de gemeentelijke en gespecialiseerde toezichthoudende autoriteiten, voor zover er ter zake geen discretionaire bevoegdheid bestaat
6. het vastleggen van richtlijnen voor de verdeling van functies binnen de organisatie.
(5) De directeur van het openbaar lichaam is de leidinggevende van de medewerkers van de EDR.

§ 13 – Verdere commissies

(1) De ledenraadsvergadering kan voor specifieke taken commissies instellen, die fungeren als adviescommissies voor haar en het bestuur.
(2) De ledenraadsvergadering kiest de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de commissies voor een periode van twee jaar.
(3) De commissies bestaan, afhankelijk van hun taakgebied, uit vertegenwoordigers van de afgevaardigden in de ledenraadsvergadering en van andere organisaties.
(4) De ledenraadsvergadering benoemt de commissieleden.
(5) De ledenraadsvergadering stelt in een reglement nadere regelingen vast.

§ 14 – Bijdrage in de kosten van het openbaar lichaam

(1) Het openbaar lichaam EDR vraagt van de leden een bijdrage in de kosten om samen met inkomsten uit financieringsprogramma's en andere financiële middelen de financiële behoeften te dekken.
(2) Van de deelnemende steden, gemeenten, Samtgemeinden en gemeentelijke samenwerkingsverbanden wordt jaarlijks een bijdrage geheven die gerelateerd is aan hun respectievelijke aantal inwoners. Van de overige aangesloten organen wordt een bijdrage geheven die door de ledenraadsvergadering wordt vastgesteld.
(3) De hoogte van bijdrage en de verdeling ervan over de leden van het openbaar lichaam worden vastgesteld in het begrotingsreglement.
(4) Bepalend voor de hoogte van de heffing zijn de door het Niedersächsische Landesamt für Statistik respectievelijk het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op 1 januari van het voorafgaande jaar gepubliceerde cijfers. De berekening van de bijdrage wordt bij besluit van de ledenraadsvergadering vastgesteld.
(5) Voor de vaststelling en wijziging van de bijdrageregeling door de ledenraadsvergadering is een tweederde meerderheid van de afgevaardigden vereist.
(6) De begroting voor het volgende jaar dient vóór 1 november van het lopende jaar te zijn vastgesteld.
(7) De jaarrekening dient telkens vóór 1 april van het daarop volgende jaar beschikbaar zijn.

§ 15 – Begroting en economisch beheer

(1) Economisch beheer en boekhouding zijn overeenkomstig § 16 lid 3 NKomZG in samenhang met § 5 van de Eigenbetriebsverordnung (EigBetrVO) gebaseerd op de bepalingen van het Duitse Wetboek van Koophandel (HGB).
(2) Voor de controle van de boeken van het openbaar lichaam zijn de overeenkomstige regelingen van de NKomVG van toepassing met dien verstande dat voor de plaatselijke controle overeenkomstig § 153 NKomVG de rekenkamer van het Landkreis Leer verantwoordelijk is.
(3) Het boekjaar van het openbaar lichaam EDR is gelijk aan het kalenderjaar.

§ 16 – Geldigheid van andere voorschriften

(1) Tenzij door het voor openbare lichamen EDR geldende recht of de statuten van het openbaar lichaam anders is bepaald, zijn de voorschriften van het Niedersächsische Kommunalverfassungsgesetz (NKomVG) van overeenkomstige toepassing. Daarbij komen
1. het openbaar lichaam EDR overeen met de gemeente
2. de ledenraadsvergadering overeen met de gemeenteraad
3. de leden van de ledenraadsvergadering overeen met de gemeenteraadsleden
4. de directeur van het openbaar lichaam overeen met de burgemeester
5. het bestuur van het openbaar lichaam overeen met de raad van bestuur.
(2) § 80 tot en met § 84 alsmede § 109 NKomVG zijn niet van toepassing op de rechtspositie van de directeur van het openbaar lichaam.

§ 17 – Wijziging van de statuten van het openbaar lichaam EDR, ontbinding van het openbaar lichaam EDR

(1) Voor wijziging van deze statuten of de ontbinding van het openbaar lichaam EDR is een tweederde meerderheid van de afgevaardigden van de leden in de ledenraadsvergadering vereist.
(2) De gemeentelijke toezichthoudende instantie wordt in kennis gesteld van iedere wijziging van de statuten van het openbaar lichaam.
(3) Wijzigingen van de statuten van het openbaar lichaam EDR alsmede zijn ontbinding dienen door het openbaar lichaam te worden afgekondigd overeenkomstig de wet- en regelgeving die van toepassing is voor de afkondiging wet- en regelgeving voor een gemeente. Nadere details worden geregeld in § 19 van de statuten van het openbaar lichaam.
(4) De toetreding van een gemeente of een gemeentelijke instelling tot het openbaar lichaam EDR of de opzegging van het lidmaatschap van een dergelijke lid zonder gelijktijdige wijziging van de statuten dient door die leden van het openbaar lichaam openbaar bekend te worden gemaakt.
(5) Bij de ontbinding wordt met de leden van het openbaar lichaam een regeling getroffen over het op de datum van ontbinding aanwezige vermogen van het openbaar lichaam EDR. Het totale vermogen en de verplichtingen van het openbaar lichaam vastgesteld aan de hand van een eindbalans dient te worden verdeeld of gedragen naar rato van de respectievelijke bijdrage tot het vermogen van de EDR. Het openbaar lichaam EDR wordt geacht na zijn ontbinding te blijven bestaan zolang de afwikkeling van afzonderlijke transacties zulks vereist. Een lid van het openbaar lichaam kan met de uitvoering van deze taken worden belast tegen vergoeding van de kosten.
(6) De medewerkers van het openbaar lichaam EDR worden in hun arbeids- en pensioenregelingen overgenomen door de leden van het openbaar lichaam. De leden van het openbaar lichaam bepalen binnen een termijn van 6 maanden na het besluit tot ontbinding in onderling overleg door welke leden van het openbaar lichaam de afzonderlijke medewerkers dienen te worden overgenomen. Zolang een medewerker niet is overgenomen, zijn alle leden van het openbaar lichaam hoofdelijk aansprakelijk voor de aan hem/haar verschuldigde vergoeding.

§ 18 – Uittreding van leden uit het openbaar lichaam

(1) De opzegging van de deelneming aan het openbaar lichaam EDR geschiedt door middel van een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de ledenraadsvergadering. De opzegging wordt van kracht aan het einde van het eerstvolgende boekjaar na ontvangst van de opzegging.
(2) Het openbaar lichaam EDR wordt na het uittreden van een lid uit het openbaar lichaam voortgezet. Er wordt geen opzeggingsvergoeding aan uittredende leden betaald.

§ 19 – Openbare bekendmakingen

(1) Openbare bekendmakingen van de EDR worden gepubliceerd in het “Amtsblatt des Landkreises Leer”. Op de bekendmakingen wordt van overheidswege geattendeerd.
(2) Tenzij er speciale circulaires of individuele brieven worden verstuurd, wordt alle informatie voor de leden op de website van de EDR geplaatst.

§ 20 – Juridisch en technisch toezicht

(1) De toezichthoudende autoriteit is overeenkomstig art. 9 van het Verdrag van Anholt en § 20 lid 2 nr. 2a NKomZG het ministerie van Binnenlandse Zaken van de deelstaat Nedersaksen of een door dit ministerie aangewezen instantie.
(2) De toezichthoudende autoriteit overlegt met de Nederlandse toezichthoudende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor gemeentelijke samenwerkingsverbanden.

§ 21 – Inwerkingtreding van de statuten

De statuten van de EDR treden in werking op de dag na de laatste openbare bekendmaking ervan.

Toelichting op de verkiezingsperiode in § 6 en § 9

Overeenkomstig § 14 lid 2 eerste volzin NKomZG vindt de verkiezing van een voorzitter van een openbaar lichaam plaats na het begin van de eerste verkiezingsperiode voor de duur van een algemene verkiezingsperiode. Voor de duur van de algemene verkiezingsperiode wordt verwezen naar § 47 lid 2 NKomVG, dat in de eerste volzin voorziet in een algemene verkiezingsperiode van 5 jaar.

Sinds de overgang van de verenigingsstructuur naar een publiekrechtelijk openbaar lichaam in 1997 kent het openbaar lichaam EDR een verkiezingsperiode van twee jaar voor het voorzitterschap van de ledenraadsvergadering (voorheen EDR-raad), dat tevens het voorzitterschap van het bestuur (voorheen EDR-dagelijks bestuur) is. Het voorzitterschap wordt na de verkiezingsperiode van twee jaar afwisselend door een Nederlandse en een Duitse voorzitter bekleed. Deze verkiezingsperioden zijn tegen de achtergrond van de binationale structuur van de EDR voor de gezamenlijke grensoverschrijdende samenwerking zeer belangrijk. De regelmatige wisseling voorkomt een eenzijdige oriëntatie van het openbaar lichaam EDR en bevordert het wederzijdse vertrouwen en begrip voor de respectievelijke werkwijzen. Deze structuur en het roulerend voorzitterschap hebben de afgelopen 25 jaar zeer goed gefunctioneerd.

Een kortere verkiezingsperiode dan voorzien in § 47 lid 2 NKomVG wordt niet als schadelijk beschouwd, maar als een versterking van het democratisch beginsel. Als voorbeeld van een functionerende werkwijze met korte voorzitterschappen wordt verwezen naar de Raad van de Europese Unie: hier rouleert het voorzitterschap om de zes maanden in het zogenaamde triovoorzitterschap.