“We moeten het grensgebied verder verbinden”

Aa en Hunze – “Onze taak is tevens om de dingen te benoemen en dat hebben we de vorige keer dan ook gedaan”, ging Matthias Groote tijdens de 49e raadsvergadering van de Eems Dollard Regio (EDR) verder met zijn uitspraken naar aanleiding van de vorige ledenvergadering. In juni had de EDR-voorzitter in niet mis te verstane bewoordingen kritiek geuit op de achterstand van de Duitse zijde ten aanzien van de ontwikkeling van de infrastructuur. “Het heeft geholpen dat wij als EDR hier een gezamenlijk en grensoverschrijdend publiek standpunt hebben ingenomen.” Ondertussen heeft de Deutsche Bahn (DB) een bindende verklaring afgegeven dat zij vasthoudt aan de opleverdatum (2024) voor de Friesenbrücke.
Tijdens de huidige raadsvergadering, die plaatsvond in het “Hof van Saksen” in de gemeente Aa en Hunze, herhaalde Groote ook nog eens de eis voor een snelle uitbreiding van de E233. “We moeten het grensgebied verder verbinden. Een redelijke infrastructuur is daarvoor de noodzakelijke basis. Wij zullen niet nalaten steun te blijven vragen voor de uitbreiding van de E233.”
Ilona Heijen (hoofd Interreg/EDR) kon de EDR-raadsleden goed nieuws melden: In het nieuwe Interreg VI-programma zijn reeds vijf projecten ingediend voor het subsidiegebied van de Eems Dollard Regio. “De projecten hebben een totaal investeringsvolume van 18 miljoen euro met een Interreg-subsidie van ruim 10 miljoen euro. Een van deze initiatieven is gericht op het bevorderen van het innovatievermogen van bedrijven. Een ander project gaat over duurzame businessmodellen en een derde project gaat over het belangrijke thema paludicultuur – d.w.z. het economisch gebruik van natte veengebieden,” aldus Heijen. Daarnaast werd een onderwijsproject ingediend door universiteiten aan beide zijden van de grens. Ook werd het zogenaamde Kleinprojectenfonds (KPF) gelanceerd. Dit is een indirecte opvolger van het succesvolle “Net(z)werk+” project. Hierbij wordt de nadruk gelegd op kleinere sociaal-culturele projecten. Een vereenvoudigde aanvraagprocedure maakt de deelname van alle verenigingen, organisaties en groepen mogelijk.
In totaal heeft het Kleinprojectenfonds (KPF) een omvang van 4,8 miljoen euro. Hiervan wordt 2,4 miljoen euro ter beschikking gesteld door het Interreg VI-programma. Binnen het KPF zijn er vier prioriteiten vastgelegd, zoals Ilona Heijen toelichtte: onderwijs, gezondheid, people-to-people (bevordering van samenwerking tussen burgers) en governance (bevordering van samenwerking tussen overheidsinstellingen en overheden). De maximale Interreg-subsidie voor een KPF-project bedraagt 25.000 euro. “We kijken nu al uit naar interessante projectideeën”,
EDR-directeur Karel Groen deelde mee dat de implementatie van de vorig jaar gepresenteerde EDR-strategie vordert. Grensoverschrijdende thema’s zoals arbeidsmarkt, gezondheid, economie of klimaat zullen in de toekomst in een gezamenlijke grensoverschrijdende werkgroep worden behandeld. “Deze werkgroep is al een eerste keer bijeengekomen en we hebben een zeer interessante uitwisseling gehad”, aldus Groen.
De werkgroep telt in totaal 14 leden uit verschillende gemeenten, Landkreise en organisaties van beide zijden van de grens. “Uitwisseling en netwerkvorming zijn elementaire onderdelen van de EDR. Op deze manier creëren en waarborgen wij de basis voor grensoverschrijdende initiatieven”, benadrukte de EDR-directeur.
Naast inhoudelijke thema’s stonden tijdens de 49e zitting van de EDR-Raad ook formaliteiten centraal. Zo werd de begrotingsplanning van de Eems Dollard Regio voor 2023 unaniem goedgekeurd.
Bovendien is er gestemd over een wijziging van de statuten van het grensoverschrijdend openbaar lichaam EDR. Daarvoor was het noodzakelijk dat 75 procent van de EDR-leden bij het Hof van Saksen aanwezig was. Het quorum werd gehaald en de leden hebben de concept-statuten zonder stemonthouding of tegenstemmen goedgekeurd. In wezen bevatten de gewijzigde statuten slechts enkele formele aanpassingen.
Ter afsluiting van de vergadering van de EDR-Raad deed George van der Peet (Stichting Hannekemaaierspad) in zijn presentatie verslag van de zogenaamde “Hannekemaaiers”. Dit waren trekarbeiders uit Noord-Duitsland die in de 17e tot 19e eeuw steeds in het voorjaar naar Nederland kwam om de weilanden in de regio te maaien. Het is een deel van de regionale geschiedenis dat vooral in Duitsland verloren was gegaan.
In het middagprogramma ging het voor de EDR-raadsleden “5000 jaar terug in de tijd”. Arie Fonk informeerde de deelnemers over de bewogen geschiedenis van dit deel van de provincie Drenthe tijdens een rondrit in een tractorwagen.