Minister ziet kansen voor modelregio

“Ik steun het werk van het GrensInfoPunt met volle overtuiging. Hier wordt uitstekend werk verricht,” benadrukte Birgit Honé. De Nedersaksische Ministerin für Bund, Europa und Regionale Landesentwicklung was op bezoek bij de Eems Dollard Regio (EDR) in Bad Nieuweschans en heeft het daar gevestigde GrensInfoPunt EDR (GIP EDR) bezocht. Het GrensInfoPunt geeft gratis advies aan mensen in de grensregio over thema´s als werken, wonen of studeren in het buurland. “Op deze manier dient de regio als rolmodel voor een gebied groter dan de regio zelf,” zegt Birgit Honé. De deelstaat Nedersaksen verleent financiële steun om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden van het GIP in eerste instantie tot eind 2023 veiliggesteld zijn. Naast de werkzaamheden van het GrensInfoPunt en zijn bijzondere rol in het advies omtrent de verschillende coronamaatregelen in beide landen, stonden de thema’s patiëntenmobiliteit en het veiligstellen van voldoende geschoolde arbeidskrachten centraal in de gesprekken met de minister. Ilona Heijen, algemeen directeur van Interreg/EDR, noemde het Interreg-project “Common Care” als voorbeeld van grenzeloze gezondheidszorg, waarbij op sommige medische gebieden al grensoverschrijdende behandeltrajecten worden getest. Doel is hierbij om het mogelijk te maken om gebruik te maken van het behandelingsaanbod aan beide kanten van de grens. Deze aanpak is vooral van belang voor plattelandsgebieden, waar specialisten op bepaalde medische gebieden steeds zeldzamer worden. “Men moet de grensregio zien als een gemeenschappelijke gezondheidsregio. Het is echter wel belangrijk dat ziektekostenverzekeraars eveneens de weg vrijmaken voor dergelijke mogelijkheden. Er moet een eenvoudige vorm van financiering komen voor deze modelregio. Zo’n modelregio zou een initiatief kunnen zijn dat in het kabinet besproken dient te worden,” benadrukte Birgit Honé.René Duvinage van het arbeidsbureau in Nordhorn gaf interessante inzichten over het tekort aan geschoolde arbeidskrachten. “We proberen nu om werkgevers met behulp van competentiemodellen te helpen. Indien er geen geschoolde arbeidskrachten beschikbaar zijn, kunnen werknemers die over de benodigde vaardigheden beschikken de bedrijven ook helpen. Nederland heeft hier ervaring mee. In sommige gevallen zijn ze daar al verder. Er is bijvoorbeeld ´job speed dating´ zonder sollicitatiedocumenten.” Grensoverschrijdende opleidingen en samenwerking tussen beroepsscholen over de grens zijn ook belangrijke opties. “Maar er is nog een lange weg te gaan als het gaat om de erkenning van kwalificaties”. Ilona Heijen benoemde nog een ander aspect: “We moeten laten zien dat er in onze regio veel mogelijkheden zijn. Hiervoor moet men de grensregio als geheel begrijpen. Op sommige gebieden is het al lang niet meer mogelijk om geschoolde arbeidskrachten binnen de grensregio uit te wisselen, omdat het tekort aan arbeidskrachten aan beide zijden van de grens groot is, bijvoorbeeld op het gebied van technische beroepen. We moeten jongeren duidelijk maken dat ze zich niet hoeven te beperken tot het eigen land of de eigen regio, maar dat de hele grensregio veel kansen biedt.” Hierbij kan het GrensInfoPunt EDR middels advies een belangrijke rol spelen.Minister Birgit Honé haakte hierop in en stelde voor om verder te bespreken hoe ook op het gebied van scholing en opleiding de officiële grenzen kunnen worden geslecht. “Binnen dit kader moeten grensoverschrijdende netwerken op het gebied van onderwijs verdiept worden en niet beperkt blijven tot de universiteiten, waar al relatief lang wordt samengewerkt”.